Toespraak van de nieuwe president
Goedemorgen, alle Nederlanders.
en daarmee bedoel ik alle Nederlanders. Ja, ook jij daar in Emmer-Compascuum. Jij met je drie honden, zeven katten en verschillende soorten paraplu’s naast de voordeur. En zeker ook alle mensen hoog achter in welke wijk in Nederland dan ook.
Ook jij, nieuwe miljonair. Jij, thuisloze. En jij, “de boer”, die om half zeven ’s ochtends met zijn hand en arm in het achterwerk van een koe zit.
Vooral ook alle mensen die vannacht hebben doorgewerkt om jouw familielid te verschonen en te helpen bij pijn of ongemak. Of de mensen die vroeg op pad gingen om onze boodschappen te fabriceren, vrachtwagens in te laden, te rijden en schappen te vullen. En wat te denken van de mensen die ons asfalt repareren of sinkholes dichten? De leraren die straks weer proberen jouw drukke kinderen in het gareel te krijgen. En natuurlijk jijzelf — degene die vandaag weer is opgestaan om deze nieuwe dag aan te gaan.
Ik ben jouw nieuwe president. Welkom. Het is — even kijken — half acht. Ik heb goed ontbeten, met voldoende aandacht voor mijn eiwitinname. Ik heb al wat gelopen en voel me goed. Ik heb zin om dit land te dienen.
Als ik zo vanaf mijn stoel in het Torentje over het water uitkijk, voel ik een sterk en motiverend gevoel. Ik geef toe: ik heb al eens stiekem op deze stoel gezeten vóór ik president werd. Gewoon om te voelen hoe het zat. Niets over zeggen hoor, een beetje kinderachtig misschien.
Maar ik ga het anders doen. Ik heb mijn nieuwe team de opdracht gegeven een dashboard te maken met actuele zaken die wekelijks spelen in ons land — economisch, religieus, wetenschappelijk en social en wat dies meer zij. Zelfs tot aan de boodschappen toe: waar de melk goedkoper is en welk brood het gezondst is. Ik wil in de haarvaten zitten.
Ik wil weten wat u weet. Ik wil voelen wat u voelt. Ik wil denken zoals u denkt. Ik wil zijn zoals u bent.
Dat is, denk ik, de enige manier om een goede president te zijn. Vergis u niet in mijn openheid: niet alles kan en lang niet alles gaat door. Maar ik wil het begrijpen — écht begrijpen.
Er is een jongen overleden. Hij is met zijn auto hard tegen een boom gereden. Ik las ook dat een automobilist, onder invloed, wilde doorrijden na een ongeluk — omstanders pakten zijn sleutels af. En er was opnieuw een botsing tussen een auto en een fatbike. Het rijtje gaat helaas nog even door. En dit allemaal in de afgelopen 24 uur.
Gecondoleerd aan de nabestaanden. Sterkte met de pijn en het verlies.
“Meneer de president, wat kost een volkorenbrood nu in de supermarkt?” Dan antwoord ik: “Welk volkorenbrood bedoelt u? Fijn, grof of zoutarm?”
Ik blijf erbij: het zal mij niet overkomen dat ik niet weet wat er speelt in boodschappenland. Dat mensen massaal boodschappen doen in Emmerich of Kleve — dat is voor mij onacceptabel.
De komende vier jaar wil ik het ook hebben over gezond voedsel. Want er is veel troep te koop. Producten vol zout en suiker zijn vaak spotgoedkoop, terwijl gezonde groenten en fruit juist duur zijn. Dat kan anders. Dat moet anders.
Ik weet wat er gebeurt in onze moskeeën. De komende vier jaar zal ik daar zelf vaak aanwezig zijn. Ik wil horen wat er gezegd wordt tijdens de Khutbah en welke verzen uit de Koran of Hadith worden geciteerd.
Ik wil ook weten wat er sociaal en gemeenschappelijk gebeurt in en rondom moskeeën. Zoals ik dat ook wil weten van de Joodse gemeenschap, de katholieken, en — als het lukt — ook van de Jehova’s getuigen en alle andere geloofsovertuigingen.
Niet om negativiteit te zoeken, maar uit oprechte nieuwsgierigheid. Kunnen wij ergens van dienst zijn? En kunnen we samen de dwaallichten bestrijden die het leven voor anderen vergallen, als die er zijn!
Ik heb heilig geloof in de nieuwe generaties. Ook oude zure eenzijdige columnisten en opiniemakers van eerdere generaties mogen er zijn, maar nieuwe generaties krijgen wat meer aandacht.
Maar dan moeten die nieuwe generaties wel nog kunnen schreifen — en vooral lesen. 🙂
Hoewel ik een groot voorstander ben van games en online interactie, geloof ik ook in de kracht van een zelfstandig denkend brein — een brein dat fantasie ontwikkelt, reflecteert en de diepte van de eigen ziel verkent.
Daarnaast zal ik er persoonlijk voor zorgen dat debatteren al op jonge leeftijd wordt opgenomen in het curriculum. Ik geloof niet in ‘hoog- of laagopgeleid’. Ik geloof in mensen die iets willen bijdragen — en dat moeten wij ondersteunen, zonder overbodige bureaucratie.
Geven wij vertrouwen, dan krijgen wij vertrouwen.
En dan de zorg. Dagelijks krijg ik talloze verhalen te horen — te veel om op te noemen. Maar ik blijf luisteren.
Er is nergens zoveel bureaucratie als hier. Vandaag hoorde ik dat sommige zorgverleners rode, groene en gele vlaggetjes moeten invullen in patiëntdossiers — anders krijgen ze niet uitbetaald door de zorgverzekeraar. Koekoek! Dat moet echt anders.
Ook hoor ik over incompetente leidinggevenden die zorgverleners geen antwoord geven op cruciale vragen, waardoor ze hun werk niet goed kunnen doen. Over mensen die nog maar één keer per week douchen. Over misbruik in PGB’s en thuishulp. En over de wachtlijsten in de GGZ, met verhalen die het daglicht niet verdragen.
Maar er gebeurt óók zoveel goeds. Het hart voor de medemens zit diep. Daar drijf ik op. Met dat hart wil ik verder bouwen aan Nederland. Geven wij vertrouwen, dan krijgen wij vertrouwen.
Het wordt wat veel zo. Maar u kunt erop rekenen dat ik er voor alle Nederlanders ben. Dat mijn team — samengesteld uit mensen van alle partijen en richtingen — weet wat er speelt. Dat we luisteren, duidelijk zijn en niemand laten bungelen in de tentakels van een overheid die te defensief en te naar binnen gekeerd is geraakt.
Een overheid die meer met zichzelf bezig was dan met haar mensen. Bedankt dat je ons het vertrouwen hebt gegeven. Bedankt dat u bent gaan stemmen.
Nu aan de slag. Vrijdag kom ik met een update over klimaat, defensie en woningbouw — en dan mag jij mij gerust weer vragen wat een volkorenbrood kost. Wees dan wel even duidelijk welk volkorenbrood u bedoelt.
Aan iedereen die denkt mij te moeten bedreigen:
Had vroeger wat beter opgelet op school en meer boeken gelezen — van allerlei soorten. Leer omgaan met jouw eigen frustratie. De schuld ligt niet bij een ander. Zoek hulp in jouw eigen kring. Lukt dat niet dan zij wij er, andere Nederlanders, om jou te helpen.
Wees een vent. Geen bedreiger.