kamalbergman.nl Gedicht Was dat maar niet zo

Was dat maar niet zo

Was dat maar niet zo

Vaak als ik naar de band in Amsterdam rijd,
Van hoge delta naar lage delta,
Zie ik Witte Wieven het bos omarmen,

Heel gemoedelijk, zonder enig vlijt,
Schenken De Wieven de nevel, zonder heisa,
Aan De Veluwe, om zich over alle dieren te erbarmen.

De mystiek van dit prachtige gezicht,
Is in geen woorden te vatten,
Verder de A1 op, met prachtige muziek.

Dan komen spinsels vanuit ademloze diepten,
Naar boven en ontvouwen zich als een paraplu,
De een nog mooier dan de ander.

Tweeduizend negentien met Kerst aan tafel, verplicht,
Het leven vol en rijk en ons allen bezatten,
Met ons allen in dezelfde rubriek.

We zwierden, we zwaaiden, we zwiepten,
Tot aan het laatste residu, onder in dat glas, nondedju,
Iedereen nog even schrander.

Dan rijd je Amsterdam in,
Ook hier die koude grijze deken,
Die ontzettende waarheid van nu!

         Nondedju.

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Post