kamalbergman.nl Kort verhaal Aflaten zijn voor mietjes

Aflaten zijn voor mietjes

Aflaten zijn voor mietjes

Aflaten zijn voor mietjes
De zon was nog niet op in de koele herfst van oktober 1517. Het was dag 31. Luther had zich verkleed als een burger. Zijn zwarte gewaad had hij aan de wilgen gehangen die achter zijn huis stonden en treurig over het beekje hingen. Zo onopvallend mogelijk bracht hij zijn rol met daarin 95 stellingen tegen de aflaatmaffia van zijn huis naar de naar de Slotkerk te Wittenberg. Het was nog geen 04.00. Zijn sloffen had hij aangelaten toen hij uit bed stapte. Deze zorgden voor het minste geluid op de dikke stenen door het dorp. Rond 00.00 die nacht had hij zijn laatste stelling opgeschreven. Zijn beweegredenen waren simpel. De aflaatmaffia was, zonder dat de paus er van wist, te ver gegaan in de verkoop van aflaten. Straf werd hierdoor uitgesteld en het volk kon in feite doen wat ze wilde. Men kon stennis schoppen en zich door een papiertje vrijkopen van de gevolgen van deze vermeende ondeugden. Aan de gevolgen van deze brief en de brief die hij naar de bisschop stuurde had Luther een broertje dood. “Men kan wegkijken, maar dat betekent niet dat ik dat doe”, was een legendarische uitspraak van deze door de wol geverfde “beleidenaar” van zijn beweging.

Op zondag 10 augustus 2014 liep ik langs het “t IJ in Amsterdam. Van west naar oost en weer terug naar het midden, het centraal station. Ik liep door het station en verdwaalde in de massa. Amsterdammers die naar Noord moesten en toeristen die op spoor 15 moesten zijn om de trein naar Antwerpen, Brussel en Parijs te pakken. In het midden liepen de sporen richting Enschede en Alkmaar en naar Arnhem, Nijmegen en uiteindelijk Maastricht. De diversiteit had niet méér divers kunnen zijn. De voor mij bekende Twentse tongval schuifelde aan me voorbij. De vlaaien van Limburg waren gemist. Koffers werden ruw tegen de trap gegooid en naar boven getrokken. Een weekend bij vrienden of familie op bezoek is toch zwaarder dan menigeen dacht. Chagrijnige gezichten die op onweer stonden. Stelletjes die tegen elkaar opboden na elkaar veel te lang van dichtbij te hebben meegemaakt. Aan het eind net voor de uitgang kon ik naar buiten kijken en daar zag ik haar voor het eerst. Een plaatje.

Ik rende naar de tram om zo dicht mogelijk bij haar in de buurt te gaan zitten. Haar steunkousen kwamen onder haar bloemetjesjurk vandaan. Ze had een hoedje op en een tasje om haar schouder hangen. Een jampottenglazen bril drukte fijntjes tegen haar voorhoofd. Anderen kwamen binnen en zochten een plekje om haar heen. Ze zat al vrij vroeg en had een plek gekozen waar ze alleen kon zitten. Het gekrakeel van anderen werd luider en nieuwe toeristen hadden zin de hoofdstad uit te zuigen. Haar oude huid fascineerde me. Haar fragiele huid was aan meerdere kanten beschadigd en donkere wijnachtige vlekken hadden zich over haar arm en handen uitgesmeerd. Haar tenen zorgden ervoor dat haar been op en neer ging. De bloemetjesjurk ging alleen aan de linkerkant heen een weer en het leek net lente met die wapperende bloemetjes. Er hing iets onheilspellend in de lucht. Ik wist nog niet wat.

Ik keek uit het raam en zag mensen wachten op de volgende tram. Rondvaartboten laadden mensen in om het beroemde rondje door de grachten te varen. Aan de linkerkant stonden hekken die ons beschermden tegen een zeer pijnlijke val de diepte van de Noord/Zuid lijn in. Posters, met daarop hippe en coole artiesten die ons toelachten of juist zeer ernstig aankeken, hingen op deze hekken, die het schone aangezicht van de stad ernstig beschadigden. De tram was vol en er zou er nog één binnenkomen en deze laatste medereiziger had gewild dat hij nooit tram 13 had gekozen.

“Kom wat dichterbij. Nu wordt het verhaal echt leuk. Klaas, Pieter, kom er even bij,” riep ik in mijn stam kroeg. Als het goed is het nu al op nu.nl, dat kan niet anders. Ik vertelde net dat ik door centraal liep om de 13 te halen en daar een van mijn nieuwe helden heb gezien. En hoe?” “Wat deed je op centraal dan?”, riep Randy. “Wat maakt dat nu uit, man. Een rondje van mij. En luister hoe dit verder gaat. Kom even wat dichterbij.” Check allemaal je Phone tijdens het verhaal, want het moet er nu echt wel op komen hoor. Dit gaat zo verrekte fucking viral. Ik vertelde dus al dat ik wat voelde bij oma. Dat is uitgekomen. Alsof ik in een andere wereld beland was. Surreëel.”

De jongen die als laatste de tram binnenkwam zag ik al door mijn raam. Buiten had hij afscheid genomen van zijn vrienden. Op zijn weg naar de tram vloekte hij en drukte argeloos een toerist aan de kant. Zonder zich te verontschuldigen of een gebaar te maken liep hij stug door. Problemen stonden op zijn voorhoofd geschreven. Problemen die hij zelf zou maken of die hij op school had of thuis had opgelopen. Een jongen met branie en zijn mimiek leek vastgeroest te zijn. Er was geen plaats meer voor hem dus moest hij tussen de mensen staan vlakbij de eerste uitgang direct achter de trambestuurder. Ik zag dat oma hem scherp in de gaten hield en steeds drukker met haar linkerbeen bewoog.

De jongen had moeilijk lopen doen bij de bestuurder van de tram omdat hij moest betalen. Uiteindelijk had hij betaald, maar niet zonder de chauffeur uit te schelden voor Kanker… en nog wat onverstaanbaars. De sfeer in tram werd door zijn optreden direct koeler. Sommige hoofden schudden heen en weer. Anderen keken hem aan en hij reageerde door, “Wat, wat”, te roepen. Een man met bril en een koffer zei in het Noors dat het hier niet anders was dan in Oslo en dat zijn vrouw het maar moest laten gaan. De oude vrouw kwijlde bijna en stampte een keer met haar linkervoet op de grond om dat been stil te krijgen. Ik voelde de kou, maar op een plek leek er een vulkaan te barsten.

“En toen en toen, kom op ga verder man”, zei Klaasje, die in allerijl nog een rondje had besteld. Gerard riep dat er op Nu.nl stond dat er onrust op de dam was geweest en dat meer berichten zouden volgen. Hij zag wel een foto van een ambulance.

De tram naderde de Dam. De oude vrouw stond op en vloekte zacht mompelend woordjes van oudsher. De jongen wilde een aantal toeristen er niet gelijk langs laten. Een van de mensen zou hem aangedrukt hebben. Hij reageerde agressief en sprak onduidelijke woorden waarvan zij niet wisten wat het betekende. Later begreep ik van een jongen, die het hele tafereel op zijn mobieltje gefilmd had, wat hij gezegd had. Het kwam er op neer dat hij ze niet aardig vond en dat uitte hij door verschillende geloven de grond in te boren.

De vulkaan barstte. Met haar handtasje sloeg ze de jongen in een klap neer. Passagiers wilden haar nog tegenhouden, maar de opgekropte woede van de vrouw op leeftijd was te intens. Aan zijn wenkbrauwen sleepte ze de jongen mee naar buiten. Vlug checkte ik uit en liep mee. Ook anderen waren zeer benieuwd wat ze ging doen. Niemand hield haar tegen. Ze nam hem aan zijn wenkbrauwen mee naar de voorkant van het paleis. Naar de stevige deur die dicht zat. In een paar minuten had ze hem als aan een schandpaal aan de deur gespijkerd. Ze had hem tot aan zijn boxer uitgekleed. Uit haar handtasje pakte ze een “moveable tattoo” set. Ze had wel het vernuft er een nieuwe naald in te doen en het ding te ontsmetten. Op zijn bovenarmen zette ze de eerste teksten en ging daarna verder op zijn borst en eindigde op zijn voeten. Als ze meer ruimte en tijd had gehad had ze hem volledig onder gekliederd. Als ze kon had ze meer dan 95 stellingen op zijn lichaam gekerfd. De politie stak er een stokje voor. Deze konden niet zo snel bij haar komen, omdat er talloze toeristen en studenten en koopjesjagers het geheel stonden te filmen op hun mobiel. Chinese bezoekers klapten voortdurend en dachten dat het bij het paleis hoorde, een soort leedvermaak een attractie. Woest draaide ze zich om. Inkt en bloed waren over haar hele bloemetjesjurk besmeurd geraakt. Haar zo mooi opgeknoopte haar was los geraakt en ze leek op een krachtige oude Amazone, die de wereld redde van onnozele en dreigende soorten.

Ik stond perplex. Ik kon niet goed lezen wat er stond, maar het leek op de tien geboden. Ze had er wel eigen versies van gemaakt zag ik later op een mobiel van een Belg:
– Gij zult geen kalifaat starten op Urk
– Gij zult zonder meer “sodemeren”, zonder dat u daar geld voor vraagt of anderen in uw omgeving daar mee lastig valt
– Gij zult verschillig zijn
– Gij zult aan het werk gaan en eerlijk geld verdienen door bloed zweet en tranen
– Eer uw vader en uw moeder.
– Gij zult niet doden.
– Gij zult vooral niet stelen
– Gij zult niet onnodig schelden over zaken die u niet aangaan en waar u geen zak van weet

“Zo ging dat maar door. Surreëel, echt waar”.
Ja, ik heb het. Het staat op nu.nl, maar deze is via twitter gestuurd. Van een Amerikaan, die vond dat ze zich wat te veel inleefde maar dat juist erg amusant vond”, zei Anneke. “Nog een biertje dan, iedereen?”

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Post

20282028

2028 ‘Goedendag mevrouw. ‘Goedendag.’ ‘Mag ik uw vergunning zien?’ ‘Zeker mevrouw, binnen een half jaar gehaald.’ ‘Dank u.’ ‘Wat heeft u een enige winkel zeg. Alles zo mooi wit en