Na voorbeeld van Francesco Petrarca’s: Het leven in eenzaamheid.
Een dubbelportret 1346-1356
“door de manier van leven komt voor de een het zwoegen zonder einde nader en voor de ander de eindeloze rust”
2014 (met verwijzingen naar het oude verhaal)
Roy gooit zijn kamerdeur open en gaat met zijn zatte kop op bed liggen. Onder zijn kussen pakt hij zijn tablet en zoekt daar vingervlug de pornosite “www.pornometdamesmetgrotememmen.nl.org.de op. Hij trekt zijn broek net onder zijn knieën en probeert te masturberen. Buiten staan zijn vrienden, die hij net het huis uit heeft gegooid, na een ruzie. Een van zijn vrienden had de urn van zijn moeder laten vallen en de scherven lagen over de vloer. De as, daar was moeder al een tijd geleden in veranderd, lag netjes tussen de scherven op de houten vloer. “Opgesodeflikkerd, gasten, wegwezen nu!”, riep hij, nadat hij zijn laatste slok bier had gedronken. Het masturberen lukte niet echt en zo viel hij in slaap. Met zijn hand om zijn piemel en het tablet op zijn buik. Op het tablet in het scherm een vrouw met grote memmen en een uitdagende blik.
Björn wist het nu zeker, dit was en is en blijft de liefde van zijn leven. Over de intrinsieke waarde van de liefde, die hij voor Marjon voelde, was hij al jaren uit. Nadat ze heerlijk hadden gegeten tilde hij Marjon op en legde haar op bed. Haar nachtjurk, die ze al vroeg in de avond droeg, het was immers thuis en zo voelde Marjon zich op haar best, rolde hij voorzichtig van haar lichaam. Ze gaf zich helemaal aan hem over. Al bij de eerste keer wist Björn haar volledige attentie te grijpen en zodoende begon hij deze keer ook weer op haar favoriete plek. Haar hals net onder haar oorlel. Met zijn stoppelbaardje en iets vochtige lippen zoende hij haar in haar hals. Hij likte soms en zoog soms zacht en deed net of hij een hap nam en liet toen weer los. Raakte met zijn stoppeltjes haar huid. Zijn kin begaf zin onder de hare en zo tilde hij haar hoofd iets op, zodat haar hals verder bloot kwam te liggen. Daar zoende hij haar om daarna, in een ruk door te bewegen naar de linkerkant van haar hals, net onder haar andere oorlel, om precies hetzelfde te doen als aan de linkerkant. Hierop begon Marjon zacht te kreunen. Met zijn handen bewoog hij langzaam masserend over haar hals en borsten. Daarna masseerde hij met zijn tong en lippen rond de vier minuut dertien haar linker tepel en kneedde met zijn handen rondom deze borst en tegelijk de masseerde hij de andere. Hierna nam hij de andere tepel en borst voor vijf minuut vijftien onder zijn hoede. Bjorn was nog lang niet moe en ging verder op reis naar buik en vagina. Hier nam Marjon het voor een gedeelte over. De stoppeltjes waren zo gevoelig dat ze precies haar zwakste plek wees en zo moest hij haar langzaam met tong en stoppels bevredigen. Zijn handen brachten ongestructureerde druk rond haar vagina toe, dat minder gevoelig was, maar wel hielp om haar in opperbeste vorm te krijgen. Nadat hij dit voor zeker dertien minuten en zevenenveertig seconden had gedaan, bracht hij zijn, inmiddels tweeëntwintig minuten lang wachtende stijve piemel, in haar. Moe en voldaan sliepen ze daarna in en lagen in de vorm van een zeepaardje. Gelepeld, maar de benen iets verder gestrekt, hopeloos verliefd.
Roy werd wakker in een zure omgeving. Met zijn neus lag hij enkele millimeters van zijn eigen kots. Het mobieltje en zijn tablet lagen in het braaksel. Het mobieltje trilde in de smurrie naast een stukje pizza, dat geen kans kreeg het hele proces der gang naar de uitgang te volmaken. Het leek alsof zijn hoofd uit elkaar knalde. Naast wijn en bier had Bjorn drugs van een vriend geslikt zonder te weten wat het was. Midden in zijn hersenmassa voelde hij een rare steek en deze herhaalde zich bij vlagen. Een onaangenaam gevoel maakte zich van hem meester. Wat had hij gedaan? Wie had hij beledigd? Waarom ging hij zo ver? Waarom moest hij zo werken? Het opstaan gebeurde in etappes: Op de rand van het bed plaats nemen en daarna rechtop staan om daarna wankelend zijn koelkast te bereiken, waar geen enkel niet bedorven waar nog in lag. Hij herinnerde zich vlagen van een avond en gedeelte van de nacht die volgens hem erg snel voorbij waren gegaan. Het begin van een warrige situatie. Op ramkoers met zijn vrienden. In de kamer keek hij op naar de kast, waarop altijd de urn van zijn moeder had gestaan. Deze stond er niet meer. Op naar werk.
Bjorn werd vredig wakker. Het paar lag nog steeds in dezelfde vorm waarin het was ingeslapen. De dromen waren goed en draagbaar geweest. Niets voorspelde onheil of uitbundigheid. Het was een midden van vreedzaamheid en geduld. Op de tafel beneden stond alles nog zoals het de vorige avond werd achtergelaten. Geen chaos en troep, maar één fles wijn, twee borden en op het zijtafeltje in de woonkamer, naast de grote bank waarop ze vaak lagen en door het grote raam naar de ondergaande zon konden kijken, een oud stukje kaas. Onder de douche dacht hij aan de vorige avond en aan zijn werk. In een omgeving die het voor de werkende mens wel erg makkelijk en comfortabel om er te zijn draaide Bjorn overuren. Zijn collega’s waren meer dan medewerkers die hij vaag kende, ze waren zijn vrienden geworden en samen konden ze elke hobbel aan. Elk gevecht dat het bedrijf voeren moest werd uitgevochten en elke zware storm werd overwonnen door samen op te trekken en samen de pijn te delen en daarmee ijzersterk te fungeren op elk gebied waarin ze actief zijn. Een doel, een visie en vertrouwen tot in de diepste haarvezels. Hij was gelukkig.
De een arriveert in een pandemonium met helse honden en geen valse bescheidenheid. Waar hiërarchie, hanen, ratten en strebers een gevlochten strijd voeren ten overstaande van hun matige heersers, die het licht in elkaars ogen niet zien schijnen. De ander arriveert in een warm bad met collega’s die elkaar tijd en ruimte gunnen. Waar niemand iets te veel wil en waar men elkaar respecteert en zodoende kan aanvullen om zo gezamenlijk te streven naar vervulling, zonder dat het doel een op zich zelf staand heiligdom is. Langzaam voelt men zich beter worden en de rest profiteert daarin mee: afnemers, stakeholders en ander gespuis worden meer en meer tevreden. Daarmee de commune versterken. Of het nu ver of dicht bij huis is. Winst is geen ultiem doel. Het is immers bewezen en dat doet het nog steeds, dat winst alleen of geld bejag, niet alleen een bedrijf, onderneming of opzet naar de verdoemenis helpt, maar juist hele groepen tegen elkaar in het harnas kan brengen. Björn voelde dat al heel lang aan en heeft gekozen om niet voor een bedrijf te gaan werken, dat alleen bezig is het bedrijf te redden, maar waar een groep individuen elkaars grenzen opzoeken en competenties uitdiepen met het enige echte instrument dat geldt: menselijk kapitaal. Juist niet de continuïteit niet uit het oog proberen te verliezen.
Roy zat gevangen in een wespennest van ongelukkigen en ontredderden. Politieke spellen wisselden zich af met eenvoudige desillusies. Een zelf gecreëerd negatief bolwerk werkte aan een afgrond die het zelf creëerde. Op elk moment van de dag moest hij nadenken over zijn volgende stap en volgende gesprek. Het slurpte energie uit zijn lichaam en zo verloor hij alle zicht op een goed onderkomen voor hemzelf en zijn bedrijf. Het ging alle kanten op, behalve de goede.
Tijdens de lunch at Bjorn een heerlijk broodje gezond. Samen met vier vrienden genoot hij van een heerlijke lunch aan de oever van de rivier, die vlak langs het bedrijf liep. De zon stond midden aan de hemel. Een krachtige warme gloed doordrong de oppervlakte van de huiden. Insecten vlogen langs de lichamen op zoek naar nieuw voer en tegen hun wil in brachten ze zaden mee voor volgend leven. Zelf waren ze voer voor andere iets grotere insecten en de natuur verrichte haar taak zoals ze altijd deed. De groep vrienden en collega’s leken op hun beurt de natuur na te bootsen. Alsof het niet anders bedoeld was dan dat zij daar zaten te genieten van een lunch midden in de drukke bezigheid van kleinere organismen. Ze pasten helemaal. Rustig en volkomen een met de natuur proefden zij van elkaar en de omgeving.
Roy zat alleen met al zijn zorgen en disharmonie. Hij at snel en had geen tijd voor zijn omgeving. De geest werkte als een malafide ondernemer achterna gezeten door alle klanten die vertrapt en vernederd waren. Klanten waartegen gelogen was en waar een belofte nooit uitgekeerd was. Nu moest hij uitgangen verzinnen die er niet waren. Vol alcohol en stoute gedachten moest hij na de pauze terugkeren naar het hol van de leeuw. De ambiguïteit dwarsboomde hem op maar enigszins een zuiver rationeel door anderen volledig geaccepteerde waarheid of leugen te accepteren. Een dorre middag tegemoet. Net voordat hij weg wilde begon het hard te regenen.
De deuren stonden wijd open in het bedrijf van Bjorn. Alles verliep zoals het moest gaan. Er was geen dualiteit die uitgevochten moest worden omdat het uitgevochten moest worden. De dualiteit werd omarmt, begrepen en daardoor verkleind tot een minimum. Hierdoor werd er geen energie verspild aan onnodige zaken, die tot niets leiden zouden. Roy liep tegen muren op zo dik als het paleis op de dam. Handig om tegen aan te pissen maar er doorheen kwam je niet. Bergen zo hoog en dalen zo diep er was geen beginnen aan. De druk op zijn fragiele geest nam toe. De geest werd moe en verbitterdheid en wanorde drongen zich aan hem op. Zijn uitlatingen richting zijn medearbeiders sloegen kant nog wal en waren doordrongen met azijn van de goedkoopste vorm. Kortom, de een houdt zich bezig met het uitvechten van kleine onbegrijpelijke oorlogen. De ander vergezeld zich met vrienden en verplaatst zich in anderen. De een brokkelt stuk voor stuf af. De ander bouwt een stevig fundament onder zijn toekomst.
Thuis, kust Bjorn Marjon en omhelst haar met al zijn innerlijke kracht. Roy dondert over zijn vuil en ander pluralia dat zich over de vloeren van zijn ruime woning hebben verspreid. Op het aanrecht staat een fles wijn waarin nog de helft van de wijn aanwezig is. Direct, zonder na te denken, begint hij te drinken. Vluchten van een verschrikkelijke dag. Op zoek naar balans en het willen tekenen van een wapenstilstand. Verliezen, na hevige strijd met zijn negatieve gedachten, is onvermijdelijk.
Op de vloer liggen de scherven van de urn van zijn moeder. De as van zijn moeder ligt nog steeds onberoerd tussen de scherven. Halfdronken probeert hij voorzichtig alle scherven weg te halen. Zo voorzichtig dat hij niet in het as van zijn moeder stapt. Als hij zich verwond aan een van de scherven loopt hij vloekend door de stof naar de keuken om zijn vinger te behandelen. In een vlaag bedenkt hij het op te zuigen met zijn kapotte stofzuiger. De stekker gaat pas na de vierde keer in het stopcontact. Tierend en zijn vrienden vervloekend zuigt hij de scherven en het stof op. Omdat de stofzuiger aan de binnenkant kapot is zuigt hij de scherven en het as op. De scherven blijven hangen, maar door de kracht van de stofzuiger en het gat middenin de filter wordt de stof direct via de achterkant van de stofzuiger de lucht ingeblazen. Langzaam gaat de stofzuiger uit, alsof een vliegtuig van heel ver weg dichtbij landt. Zijn tweede hap adem bestond niet alleen uit zuurstof, maar deeltjes huid en stof van zijn moeder.
Bjorn staat te koken en heeft heerlijke ingrediënten in een grote pan samengevoegd met een heerlijk stuk lamsvlees. Het suddert langzaam. Eerst voegde hij grof gesneden ui en knoflook toe in de pan die de kamer met een heerlijke geur benevelde. Daarna legde hij het lam in de pan. Gevolgd door groenten en specerijen. Marjon had haar haar nachtjurkje aan gedaan en lag voor het grote raam op de bank een boek te lezen. Vanuit de open keuken kon hij haar zien. Alleen een gevoel van gelukzaligheid trad binnen. Denken was niet nodig. Na het eten buiten ze samen uit en na een paar uur droeg hij haar vanaf de bank naar hun bed.
Roy was verder gaan drinken en had opnieuw zijn vrienden uitgenodigd. De batterij van de tablet, die nog steeds in de kots lag, was inmiddels uitgegaan. Hoe zal zijn avond verlopen?