kamalbergman.nl Gedicht Paarse vrijdag: Een grote Wens

Paarse vrijdag: Een grote Wens


Wie kan ik bellen en of vertellen,
Dat ik niet ben zoals zij?
Dat ik me niet aan moet stellen,
Maar zoals zij, eenvoudig en vrij!

Waar ligt de sleutel naar mijn geluk?
Ergens in een hoek waar ik niet bij kan?
De dag, waarop ik kan zeggen, dat ik hem pluk.
De sleutel, het slot en dan en dan?

Dan pas begint het, het gekonkel en gedraai,
Van vrienden van weleer.
Ooit was het leuk en in een handomdraai,
Verdwenen ze allemaal en dat doet zeer.

Nog verder alleen en achtergelaten,
Dan ik dacht dat ik was.
Dit is het begin,
Opstaan uit verzonken moeras.

Het begin naar iets groots,
Naar iets nieuws en veilig.
Ben niets meer, bijna doods,
Niemand zo groot, niemand is heilig!

Het is maar iets kleins,
Het is echt niet veel.
Ik wil mijn grijns,
Weer terug, na dit gekrakeel.

Mijn vraag aan jullie,
Is om me te beschermen.
Uit de handen van tirannie.
Ik wil stoppen met kermen.

Het is niet zo moeilijk,
Ik ben maar mens,
Niets verfoeilijk,
Bloed, vel en gedachten met één grote wens.

Dat ik kan zijn wie jullie zijn,
Mens en vrij in openheid,
Zonder vorm van schijn,
Met ons allen één, bij de tijd!

Kamal

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Post

OoitOoit

10 december 2015 Ooit Als ik ooit de grens verleggen kon, Zo ver en zo hoog als ‘t kan de lat, Van verstand, dat van agressie won. Het regime, vol haat en nijd, op z’n gat.  Bestuurder, die maat bepaalt en mijmert, Over landsgrenzen, rijkdom en zijn macht, Valsheid in geschrifte, van menner naar slijmerd, Waanzin en treurnis, ieders toekomst in de wacht. Dan hoor ik bommen dichtbij klinken,  Wapens recht vooruit, kogels in ‘t rond, Drones, die wijken van label voorzien. Buurman bloedt, kloot vast in de wond, Ik ren uit huis, soldatengespen blinken, De schaamte voorbij en pijn bovendien.  Als ik ooit de grens verleggen kon, Zo diep en zo laag als ‘t kan de lat, Hulp geboden, het vuurpeloton won, Het regime, blind en doof, op z’n gat.   Bestuurder, die grens behoudt en denkt, Over periferie, klimaat en economie, Dat fragiel en dun over elkaar zwenkt, Europees gezicht in een anomalie.  Dan merk ik dat ik iets moet doen. Reageren, op schone hypocrisie, Dat groeit en een samenleving splijt.  Achter ellebogen en schermen zonder visie,