Sonnet: Nooit alleen
Ooit, zat ik er een paar maanden mee,
In mijn maag en in mijn hoofd,
Van tijd en zekerheid beroofd,
Oh mijn God, ik ben Gay!
Zal ik het vertellen,
Of laat ik ze komen,
Bevrijd zijn van fantomen,
De geest laten beknellen.
Mijn vrienden op de voorgrond,
– de omgeving in al haar goede en slechte facetten-
Respect, als sleutel van onze diepe, warme bond.
En als de omgeving koud, kil en niet begaan,
Met jou geen kant op kan,
Dan zijn er duizenden, die voor je klaar staan.