U behoort ook tot een minderheid
In dit stuk dat ik net voor de verkiezingen schreef eindigde ik met:
“Zo kunnen politieke partijen nog zo hun best doen met hun nieuwe politiek stijl en swag; een groot voorbeeld vormen, maar uiteindelijk zijn wij zelf aanzet om weer eens over de schutting te kijken. Onszelf weer naar buiten te wensen en niet opgesloten te zitten tussen die polariserende muren die wijzelf hebben opgebouwd. Iedereen, de racistische buurvrouw, de schuwe buurman, de olijke juf, de treinmachinist en de nieuwe Nederlanders!”
Ik wil daar nu, na deze interessante verkiezingen, verder op in gaan, met uw welbevinden. U bent ook een minderheid. Bij veel mensen zal dit gelijk tegen de haren instrijken. “Maar ik hoor toch bij de juiste groep? Ik heb toch gestemd op de partij of persoon waarvan ik denk dat hij/zij het land het beste vooruithelpt? Ik weet dat toch beter dan jij dat weet? Wij zijn beter in staat dat te beoordelen dan jij? Wie ben jij eigenlijk en waar bemoei jij je eigenlijk mee?”
U behoort ook tot een minderheid. Een aantal voorbeelden. Ik kom uit Twente, dus officieel een tukker, dus een minderheid onder alle mensen in Nederland. En trots, natuurlijk! Er rijden veel automobielen op de weg. Daarvan zijn een aantal vrachtwagens. Een minderheid op het gebied van bewegende voertuigen op de snelweg, zo ook motorrijders en mensen die in een Jeep rijden. Zo zijn echte grote villa’s een minderheid in het aantal huizen dat er in Nederland voor mensen is gebouwd. Ook al zijn er dat wat te weinig nu! Zo zijn Alpaca’s zwaar in de minderheid van het totaal aantal dieren dat ik vaak in de wei zie staan. Allemaal zeer eenvoudige minderheden op elk hun gebied en niet echt noemenswaardig. Het begint pas interessant te worden als het veel dichterbij komt. Als het uzelf betreft, als u het kan voelen, ruiken, horen, weten. Of het dan altijd nog zo leuk is in deze gepolariseerde tijden, weet ik niet.
Als de samenleving een Rubik’s kubus is, zijn alle kleuren minderheden op deze kubus, en alle draairichtingen de richting die wij op willen gaan. Al jaren wordt er aan deze Kubus gedraaid. Soms hard en leeg, soms warmer en met meer beleid. Echter al jaren, valt het geheel weg, de kleuren komen niet bij elkaar, de ene kant van de kubus tolereert een aantal kleuren van de andere zijde niet. Soms wordt een kleur vergeten en in een hoek geplaatst. Dan voelt een bepaalde kleur zich weer rijker dan de ander en plaatst zich in het midden, de andere zijden, op hun beurt, voelen zich daardoor uitgesloten, minder een geheel. Het is jaren best wel goed gegaan. Meerdere handen streefden in ieder geval naar een completere samenleving, waar de Kubus meer een was en kleuren meer vervaagden en er uiteindelijk bijna een kleur van een zijde overbleef. De andere zijde had nog wat te doen, maar kon hulp verwachten, vanuit bijna elke hoek en andere zijde. Een aantal kleuren bleef fel strijden om maar niet meegedraaid te worden in het geheel. Dat onvermijdelijk geheel. Elke keer een minderheid.
Een minderheid van racisten, die met een hoop poeha ook aandacht wilden voor hun problemen. Een gehele LHBTIplus gemeenschap, die met nog meer kleuren dan de Rubikskubus om aandacht vroeg, per minderheid zelfs. Het uit het as opgekomen SGP, dat zich weer begon te roeren in aardse zaken, met een conservatieve onderstroom die al stroomde en zich via putdeksels het straatbeeld in liet spuiten. Een zware minderheid, maar ze mogen er zijn. Weer een kleurtje op de kubus. Neem nu de rechter of linkerflank van ons versplinterde politieke landschap. We kunnen ze allemaal minderheid noemen als wij willen; binnen elke flank zitten te veel verschillen om dat als geheel te beschouwen.
Behoorde u vroeger eerst tot een meerderheid in uw wijk, in uw straat, in uw huis. Later, nu dus, zou u bij de minderheid kunnen behoren. Tenminste als u dat zo voelt. Zo kan dat gaan. Is dat erg? Moet alles daardoor weer terug, in oude staat? Is dat de moeite van innerlijke degeneratie en de daarmee afbrokkelende acceptatie, tolerantie, verhoudingen en relaties en vertrouwen waard?
Nee! Voor mij makkelijk praten, misschien. Ik heb zeer veel geluk gehad dat ik ben opgegroeid in een wijk met veel kleurtjes uit de Rubik’s kubus. Ik heb nooit gedacht dat wij een gekleurd vlak zouden zijn en toch beschouwde ik het als een afgemaakte zijde van de kubus, in al haar verschillende facetten. Ik heb nooit gedacht dat er maar een soort Nederlander was en dat alles maar op elkaar moest lijken en dat dat tot in de eeuwigheid door zou gaan. Ik begrijp zeer goed dat als uw wieg ergens anders stond en u in uw omgeving alleen maar genoot van een kleur van de kubus, u dat als fundament meedraagt van uw levenswereld. Toen, ergens, lang geleden, nog een meerderheid, maar nu allang niet meer. En dat is volgens mij erg goed, gezond zelfs. Dat geldt zowel voor hele wijken in grote steden als voor dorpen, meer landinwaarts. Hoe voelt het nou om ook een minderheid te zijn, op welk vlak dan ook? Goed, toch? Nog een slag dieper dan.
De spiegel van de maatschappij, van ons, is al een tijd geleden in stukken uiteengevallen. Zie het dramatische effect. Door een gedeelte van de minderheid, u dus ook tegenwoordig, wordt een fractie van de spiegel opgepakt en wordt voorzichtig bekeken wat de stand van zaken is. Want daar zijn wij niet zo heel goed in, naar onszelf kijken. Wel als wij willen zien wat wij willen zien!
Wij zien een prachtige groep, waar alles fijn is, aangeharkt, een soortig, veilig en comfortabel. Wij zien onszelf in onze habitat, zoals wij dat graag zien. Geen bemoeienis van buitenaf, geen gezeur met Woke of dat rechtse gecorrigeer naar schijnbaar betere of oude tijden, geen bemoeienis van een onbetrouwbare overheid. Ons eigen stralende toekomst met onze eigen geschiedenis en onze eigen dierbaren, vrienden en kennissen. Een mooie wereld, waarin iedereen lief tegen elkaar is, elkaar begrijpt in taal en omgangsvorm.
Kijkt men naast het stuk reflectie dan ziet men niets. Donker. Dat begint pas als men de spiegel probeert te lijmen, te helen, terug te brengen naar een staat waarin wij ooit mochten verkeren, met een aantal scheuren erin, maar toch! Dat lijmen lukt in veel gevallen alleen niet meer. Express worden er stukjes uit de spiegel weggelaten en daardoor komt het grote geheel nooit meer zo helder naar voren als in eerdere betere tijden. Kunt u zich voorstellen hoe jongere mensen kijken naar al die scherven die sommigen niet meer willen helen? Zij zullen vaak alleen dat gedeelte zien dat zij gepresenteerd krijgen. Gelukkig zien zij vaak veel verder dan de wat oudere generaties, die het zonder computer en/of social media hebben moeten doen en dat nu ruimschoots proberen in te halen.
Dat lijmen van al die scherven, dat gedraai, het wantrouwen, het beleid waarin bedrogen wordt, waarin eerder naar de partij dan naar het land wordt gekeken, zonder een echt goed verhaal, zonder visie of wat en wie wij zijn en of willen worden, breekt sommige grote scherven in tweeën in meer minderheden, telkens meer versnippert, totdat veel mensen echt het gevoel hebben dat zij er alleen voor staan. Dat zij een minderheid van een minderheid worden. Hoe bruikbaar wel niet voor sommige ratten in de politiek, bedrijfsleven, bewegingen, die denken een meerderheid te vormen, maar uiteindelijk heel hard gaan stuiten tegen een meerderheid die wel genoeg van de spiegel durft te lijmen. Die wel over hun eigen minderwaardigheidsgevoel heen kunnen kijken, die begrijpen dat als wij niet verder uiteen willen vallen, wij niet als kleurtje, ergens in vastzitten aan een zijde ergens in de Rubik’s kubus, lijmen de enige mogelijkheid is om dit land weer vaster te hechten. Dan pas zult u zien, dat er minder partijen nodig zijn, dat elk ongenoegen en terechte problemen eerder geadresseerd worden. Daar waar geld de enig overgebleven factor van uw bestaan wordt bent u zo arm als een racist in zijn kleurtje onder in de hoek van de kubus of dat kleine, kleine scherfje glas.
“Zo kunnen politieke partijen nog zo hun best doen met hun nieuwe politiek stijl en swag; een groot voorbeeld vormen, maar uiteindelijk zijn wijzelf aanzet om weer eens over de schutting te kijken. Onszelf weer naar buiten te wensen en niet opgesloten te zitten tussen die polariserende muren die wijzelf hebben opgebouwd. Iedereen, de racistische buurvrouw, de schuwe buurman, de olijke juf, de treinmachinist en de nieuwe Nederlanders!”