Onvoorwaardelijk uniek
Het lag opeens voor de deur. Een snoezig snuitje en koud, nat vachtje, abrupt uit het hol gehaald door Frits de kat. Het tweede konijntje deze week al. Die katten toch! Het rumoer binnen in het huis was er niet minder om. ‘Wat moeten wij er mee doen?,’ zei er een. ‘Ik durf dat niet!’, zei een ander. ‘Laat maar, ik pak hem wel’, zei Mario, een lange jongen van bijna twee meter lang, achttien jaar en sportief. Hij raapte het beestje van grond en bracht het mee naar binnen door de woonkamer de keuken in. En opeens hielp iedereen mee. Amir haalde een doos op voor het fragile beestje. Klaas een bakje water. Moeder van het huis haalde konijnenvoer en vroeg Sami boven een kleedje te halen voor het bange, bloedende beestje.
Aan de rand van Nederland, tegen de Duitse grens aan, was dit gezinshuis op een aandoenlijke manier in rep en roer. Alle inwoners waren bezig met het meegebrachte stukje vlees met haar. Het schattige koppie. Voor de kat lag dat anders.
Vier vrij jonge jongens in de leeftijd van vijftien tot achttien spenderen daar al geruime tijd, wisselend van anderhalf jaar tot aan bijna vijf jaar, hun tijd. En dat is niet voor niks. Deze uithuisgeplaatste jongeren zijn vier van de ongeveer veertigduizend kinderen die uithuisgeplaatst zijn om zeer diverse redenen. Zij worden opgevangen door gezinsouders die professionele hulp en een opvoeding kunnen bieden. Een opvoeding die, zoals uit hun verhalen blijkt, heel anders is dan zij ooit hebben gehad.
De tweeling
De tweeling kwam een aantal jaar geleden in aanmerking om bij deze specifieke gezinswoning te gaan wonen. Een bijzonder stel. Een creatief stel. Aardige jongens met een ontzettende rugzak. Niet alleen stierf hun moeder aan kanker toen ze negen waren, maar ook de geschiedenis van hun afwezige vader, die in de gevangenis zit, is op zijn zachts gezegd rumoerig te noemen. De open manier waarop zij als vijftienjarige hierover kunnen praten is uitzonderlijk te noemen en bewonderenswaardig.
Hoe anders was dat toen zij dit huis voor de eerste keer betraden. Vol leven van de straat en weinig ouderlijke inmenging. Schoffies, brutaal, agressief en met enorm veel hechtingsschade. Wie of wat konden ze vertrouwen? Waarom zouden ze überhaupt nog iemand vertrouwen?
En nu werkt er een en gaat de ander naar school. Hebben ze geleerd om over hun verleden te praten en worden zij steeds meer vertrouwd met anderen en zichzelf. De zoektocht is echt begonnen en het huis en de goede begeleiding zorgen voor structuur, juiste benaderingen, hechting en meer en meer vertrouwen. Daarnaast hebben zij nog een lange weg te gaan, maar in dit huis met deze begeleiders en dit vertrouwen komen zij er zeker.
De hoeder
Een uiterst vriendelijke jongen van zestien die is geadopteerd toen hij twee was en nu al anderhalf jaar in dit huis mag zijn. Heeft geen idee wat hij wil gaan worden in het leven en probeert vooral naar school te gaan. Maar welke? Keuzes.
De relatie tussen adoptieouders is gaandeweg helemaal verstoord. In zijn ontdekkingsreis naar zichzelf is hij gaan leren dat zijn adoptieouders zo erg verschillen van hem, zo anders zijn dan hij ooit dacht, dat de hele relatie tussen hen scheef ging lopen. Tot op het punt dat het echt niet meer ging en hij dus ook uithuisgeplaatst moest worden.
Nu anderhalf jaar verder krijgt hij de ruimte, de mogelijkheid zichzelf verder uit te pluizen, wordt hij telkens goed opgevangen en is hij de rustige echte hoeder van de club. Zijn hele lichaam straalt rust uit en als hij praat dan doet hij dat wel en overwogen. Ook hij kan mooie en grote dingen in het leven gaan doen.
De andere broers
De oudste broer is al uitgevlogen en doet mooie dingen in Berlijn, studeert en geniet volop van zijn huidige ik. Maar Mario is er nog. De lange sporter van achttien. Ook in hun leven is volop spanning geweest met een moeder die vroegtijdig Parkinson kreeg, waardoor echt opvoeden problematisch werd, een vader die niet meer in beeld was en de verhoudingen en beslissingen in het opvoeden die niet matchen. In een lang gesprek aan de eettafel kwamen de jongens echt goed met elkaar in gesprek. Na een ijzige periode tussen de twee warmden zij op en leerden nieuwe inzichten over die lastige periode waarin zij onbedoeld in terechtkwamen toen zij jong waren. De obstakels en hulpverlening waren niet altijd even goed geweest en soms zaten de jongens niet op hun plek, totdat ze in dit huis kwamen.
Er kon geen beter levende metafoor zijn als dat konijntje en de manier waarop een bijna twee meterlange jongen dat konijntje vasthad. Het spartelde eerst wat tegen, maar liet zich daarna aaien, nam voedsel en water en bleef rustig. En zo kwamen ook deze jonge jongens binnen in dit gezinshuis, soms negen jaar oud. En nu jaren later zijn zij ontpopt tot jongvolwassen gasten, die nog steeds hulp nodig hebben op sommige vlakken (wie niet?), maar met uiterst respect en liefde worden behandeld, als of het eigen zonen waren. Met alle uitdagingen en moeilijkheden die de jongens hebben staat moeder van het huis rechtop, sterk, rechtvaardig, liefdevol en met vertrouwen. Want als er een ding is dat hechtingsschade meebrengt is het wel wantrouwen in zelf en ander. Hier worden ze vertrouwd.
Alle echte namen zijn bij mij bekend. Ik mocht een dag meekijken en doen. Voor verdieping kunt u altijd kijken op gezinshuis.com.
Foto: Konijntje in memoriam, helaas.
Prachtig verhaal