2028
‘Goedendag mevrouw.
‘Goedendag.’
‘Mag ik uw vergunning zien?’
‘Zeker mevrouw, binnen een half jaar gehaald.’
‘Dank u.’
‘Wat heeft u een enige winkel zeg. Alles zo mooi wit en die opdrukken op de shirtjes. Enige teksten. Heerlijk. Ik zoek een shirt voor een witte vriendin.’
‘Heeft u daarvoor bewijs bij u?’
‘Jazeker, wilt u het op papier of via de app zien? Ze heeft er zelfs een persoonlijke boodschap bijgezet. Leuk, hè?’
‘Prima, u mag verder kijken.’
‘Het enige dat kleur bevat zijn de opdrukken, niet waar? Voor de rest is alles wit?
‘Ja, zeker.’
‘Ach wat leuk, zelfs de humor is wit. Ik ben geen jungleboy! Enig. Doe mij er daar maar één van. De bruine en zwarte winkels zijn hiernaast toch en de gekleurde winkel, waar ze alles hebben, achter het hek toch?’
‘Dat klopt zeker. Ik weet niet of ze open zijn, ik kom er nooit.’
‘Dank u wel.’
‘Goedendag, wat een enige winkel heeft u. Alles zo mooi getint.
‘Dank u wel, we houden ons strikt aan de regels mevrouw. Heeft u een vergunning om hier te mogen winkelen? Ik zie dat de kleding voor uzelf of uw familie is.’
‘Ja, dat klopt. Maar voor mijn witte man heb ik wel een extra vergunning meegebracht, zodat hij thuis wel deze kleding mag dragen. We zijn nogal een open familie, zoals die in 2018 nog bestonden. Dat werd na de identiteitscrisis en de bekende cultureelpolitieke-val van 2021 wel anders, weet u nog? Alleen omdat mijn man en ik zoveel en zo snel leerden op de Kleurendiversiteits-Universiteit hebben we vergunningen gekregen om bijna overal boodschappen te doen en winkels te bezoeken. We studeren nog om vergunningen te krijgen om bij bepaalde restaurants te mogen eten, achter de hekken in zone 1 en 3. Maar ons equaal-vocabulaire is daar nog net niet goed genoeg voor. Wat een leuk shirt, Mocrobruin? Klopt dat?’
‘Zeker, mevrouw, ik heb twee vergunningen. Ik mag naar de Allekleurenwinkel en de winkels in het grijze gebied. Zeg maar alles in Nieuw-West Amsterdam en Oost en Noord. Jij mag zeker ook naar de Pijp en alles in Zuid en West. Geluksvogel? Maar ja, studeren is studeren. Hoelang heeft u erover gedaan?’
‘Vier jaar. Ik neem deze en hier is de vergunning voor mijn man. Ik moet door, want bij het hek om naar de kleurenwinkel is altijd tegenslag.’
‘Vergunning!’
‘Aub, alle 6.’
‘Alle kleuren nog wel, zo. Lijkt 2018 wel, hè?’